Totaal aantal pageviews

vrijdag 24 februari 2012

KRIJGEN WE NÓG EEN INDUSTRIËLE REVOLUTIE? en er onder LOVELY, SILENT MORNING (poème de Léon)

De uitvinding van de stoommachine was een ware revolutie voor mens en organisatie in de fabrieken; spierkracht betaalde al gauw niet meer en hele jobs verdwenen of veranderden compleet van karakter. De eerste industriële revolutie van de 19e eeuw was begonnen en de grote vlucht van de boekdrukkunst deed daar nog een forse schep boven op. In Oostenrijk werd een textielfabrikant die naaimachines installeerde in zijn bedrijf, bijna gelyncht door zijn arbeiders, die begrepen dat hun nu ontslag wachtte…
In de 20e eeuw begon de revolutie van de explosiemotor en de telecommunicatie, die onze wereld nog veel drastischer op zijn kop zette. Van de 42% mensen die in de agrarische sector in de VS werkte, was daar na verloop van jaren nog maar 3% “on the job…”. De gigantische landbouwmachines veroorzaakten een diepgaande omslag van de totale samenleving; miljoenen van hen vonden andere jobs in de nieuwe machine- en auto-industrie. 
klik en zie de werking
Nu zijn we, zeggen sommigen, al aangekomen in de derde revolutie: waarin een geheel nieuwe manier van communiceren (zie al die media en sociale sites) bloeit, waarin die superdure “oude” energie opraakt en we snel op weg moeten naar die duurzame variant…. Het zou goed kunnen dat deze grote nieuwe bocht tot minstens 2050 gaat duren; mogelijk zelfs tot einde van de 21e eeuw.
Intussen regent het innovaties om ons heen… Nu is de mens zélf onderwerp en zowel zijn lichaam als zijn intelligentie en zelfs zijn voortplanting. De biotechnologie en de neurowetenschappen doen ons nóg langer leven en onze bevolkingsopbouw, de sociale relaties en de economie, gaan geheel over de kop. Zijn we zelfs op weg naar heel lang, ja mogelijk, eeuwig leven?
Jeremy Rifkin, de auteur van “De derde industriële revolutie”, zegt: “Net zoals in de twee voorafgaande zal ook deze, en op radicale wijze, alle aspecten van onze manier van werken en leven veranderen”.  Hij ziet daarbij een aantal te “doorleven” etappes, onderweg naar weer een  nieuwe maatschappij en economie. Allereerst moeten de huidige fossiele brandstoffen worden vervangen door duurzame; we zijn al in deze fase aangekomen; zie de prijzen... Ons hele park aan gebouwen en woningen zal “energetisch” moeten worden omgebouwd en elk gebouw zal zijn eigen mini-energiecentrale moeten krijgen, die ter plekke zijn energie verzamelt. Daarbij zullen er geheel nieuwe opslagmethoden voor energie gaan komen, zoals waterstoftanks. En het elektriciteitsnet kunnen we nog gebruiken als een extra communicatiekanaal, bijvoorbeeld voor Internet en locale communicatiesystemen die vrij toegankelijk voor eenieder (zoals de ether). Zulke communicatiesystemen bestaan overigens al in bejaarden-wooncomplexen in diverse landen.
In de steden zien we straks nog enkel elektrische voertuigen op waterstofcellen: ze zijn gemeenschappelijk bezit en te huur, zoals nu al Autolib in Parijs en Marseille. Je pakt er een hier en laat hem elders achter.. en je koppelt hem bij vertrek aan het openbare elektriciteitsnet van de betreffende buurt of het gebouw met zijn eigen centrale.
De nadruk van het leven in de huidige generatie op discipline en werken wordt minder, de hiërarchie, het belang van de financiële wereld en de markten en de gerichtheid op eigendom zullen in belang achteruit gaan… We zullen weer meer gaan inzetten op coöperatie en ook op spelen; interactief spelen dus en dat ook wereldwijd. Wat je nu ook de jeugd al ziet doen.
Ons schoolsysteem zal ook stevig moeten veranderen en zeker op andere waarden moeten gaan inzetten: opvoeden in verantwoordelijkheid voor elkaar en correcte omgang met de natuur, moet voorop komen te staan. De kennisverspreiding  zal vooral zijn gericht op informatica, nanotechnologie, biotechnologie, natuurwetenschappen en op systeemtheorie. En de nieuwe professionele kwalificaties zullen vooral liggen in: opslagtechnieken voor energie, intelligente systemen  (robots) en zeker ook commerciële kennis.
 Dus we gaan “leven om te spelen” en niet primair om te werken… We leren in groepen, thema-gewijs en vooral op ludieke wijze. En zullen minder gericht blijven op het cultiveren van tegenstellingen. Een wereld van verdiept spel gebaseerd op intermenselijke relaties en met een grotere nadruk op de  derde sector, zoals coöperaties, stichtingen etc. Dit alles speelt zich af in een intensieve omslagtijd van ca 20 jaar met daarna een nog versnelde veranderingsstroming.

Moeten we nu gewoon wat glimlachen over dat naïeve idealisme, dat paradijsgebabbel van ene  Rifkin? Is dit weer zoiets als de flower-power, provo en mei ’68? Waar geen spaan van over bleef.. (óf, mogelijk, nou net juist déze “spanen”)?
Of zet die Rifkin gewoon een rake schets van de wereld van morgen neer, die nu al voelbaar is in de afkeer, ja de verontwaardiging, over het doen en laten in de financiële sector, de groeiende frustraties over de steeds diepere kloof tussen rijk en arm en die jeugdwerkeloosheid van 30%? En zijn die bewegingen van Occupy tot aan de hackers via sociale sites daar niet de eerste “motoren” van? Facebook kent bijna 1 miljard klanten…, 15% van de aardbewoners en ongeveer 25% van de volwassenen.
Innovaties zullen steeds massaler in onze wereld gaan verschijnen, het aantal mensen dat daar mee bezig is explodeert nu en het tempo neemt dus met sprongen toe. Gaan ook wij op weg naar de oude Griekse (!) tijden, toen Plato aan een Egyptische priester uitlegde dat zijn volk  steeds op zoek was naar vernieuwingen. In tegenstelling tot de Egyptenaren die , met hun zeer ontwikkelde cultuur, vol wetenschap en bibliotheken, maar uiterst traditioneel, zeer gekant waren tegen nieuwigheden en de “onrust” die door dat theoretiseren en dat politiek discussiëren zou worden veroorzaakt. Als je bijvoorbeeld nu ziet, hoe de mode werkt in de westerse samenlevingen, die constante drang naar verandering in kleding en gewoonten, dan realiseer je je dat een toenemend aantal mensen nu veranderen in “Grieken van toen”. Maar er lijken ook (enkelingen?) te opteren voor die Egyptische rust…. Dit noemen de antropologen de tegenstelling tussen “koude en warme maatschappijen”. In de Indische cultuur moest er voor elke verandering een historische basis worden gevonden; in tegenstelling tot de westerse cultuur waar elke vernieuwing, -al was het maar een oud idee in een nieuw jasje-, zonder probleem wordt en werd geaccepteerd.

Toch kende en kent men overal wel een zekere angst,een bezorgdheid over die veranderingen: waarheen en waartoe gaan ze leiden? Wat zouden er voor gevaren aan kunnen kleven? Wat zou er aan onbalans van kunnen komen en aan narigheid?
We zijn, onvermijdelijk, aangekomen in een periode van continue en onstuitbare innovaties en veranderingen. We gaan verder op weg in een wereld die continu van gedaante veranderen zal, en dat lijkt nooit meer te gaan ophouden..
Massa’s vragen dringen zich op over het tempo en zeker over de grenzen van de innovaties en de veranderingen. Waar moeten we remmen en “nee” zeggen? In naam van wát eigenlijk? Wat is niet en wel acceptabel? Allemaal filosofische en morele vragen en niet primair wetenschappelijke. Die worden ook veel scherper en moeten met steeds meer luciditeit worden behandeld, ook “kwestie voor kwestie” en lang niet altijd even op basis van ideologie. De discussies over kernenergie en genetische manipulatie zijn er al volop: zie de zware  gevolgen (van het voornemen) omtrent  het uitstappen van Duitsland, België, Zwitserland, Italië en Japan (!) uit de kernenergie! 
Het begint dus wéér, en veel indringender, met die innovaties en eindigt, zoals eerder, met het vraagstuk van “hoe op verantwoordelijke en menselijke wijze te handelen”. Maar wat verantwoordelijk en menselijk is, zal nu ook zélf onderhevig gaan worden aan “innovatie”. En dat is het meest lastige van deze hele immense veranderingsgolf.

Maar ,
zie meer om u heen, naar al dat moois en vertrouwds, dat gewoon blíjft! Jonge verliefde mensen in de straten, vogeltjes die aan nestbouw denken door de plotseling zo warme zon. Mensen die elkaar helpen, verenigingen tot steun van zieke en arme zwervende Europeanen en mensen die als vrijwilligers helpen in de gratis voedseldistributies zwoegen, die steeds meer mensen bezoeken. Kijk naar de gewassen die zich vlot herstellen van de harde winter, die ook zoveel vreugde bracht op het ijs en in de sneeuw.  Bestudeer dat aarzelend nieuw groen dat zich schuchter toont en een wat late winterse tik gewoon trotseert…
Wij, de natuur, we willen verder, op die lange spannende weg en mórgen komt, onvermijdelijk, écht wel weer… Óf, gelukkig ook maar, bijvoorbeeld voor hen die elke dag verbeteringen om zich heen zien! En dat zijn er, -realiseert u zich dat eens góed-, steeds méér op die snel groter groeiende wereld.
Heel wat van die nieuwigheden brachten en brengen ons ook verlichting van pijn en gebrek… Ze maakten ook een menselijk, een waardig vertrek uit al die dynamiek, zacht en in berusting mogelijk, voor ons en onze vrienden die te moe waren geworden .
Kijk meer naar uw (klein)kinderen, die het leven echt willen, die volop genieten kunnen en onwrikbaar geloven aan “morgen”. Zoals ik bij mijn regelmatige bezoeken aan het artistieke centrum Le Friche in Marseille steeds opnieuw zie en onderga. Luister naar de muziek van alle kleuren en ritmes in die grote “melt pot” dat het Fiësta des Suds, hier en elders is: dozijnen muzikanten uit alle hoeken van de wereld, zangers die elkaar vinden in een grenzeloze beleving van “samen musiceren” en die zeker wéten dat racisme en xenofobie onzin zijn.        
Kijk dus naar de zon en naar de zonnige zijde van het menselijke leven, já zelfs naar de wolken die haar soms verbergen of ons tegen haar enthousiasme beschermen. En zie hoe mooi zon en wolken net vóór de komst van de nacht kunnen zijn….
Onze wereld ís verandering; wij mensen wíllen zoeken naar anders en beter, en kunnen dat ook rustig doen omdat er wáre eeuwigheden om ons heen zijn, die nooit zullen veranderen. So why should we worry?
Want er is,- zeg het nou zelf-,  weer eens niéts echt nieuws onder die zon!

25 febr, 2012.












LOVELY, SILENT MORNING
(Matin si doux, je t’aime)

Geen woord hangt er in de luchten,
Slechts één kleine vogel zingt,
Door mijn eerste gedachten,
Die wit zijn als sneeuw
Nog ongerept door daglicht.

Rondwaren in je andere IK,
Waar zo veel ontdekt mag worden,
Is een magische wandeling,
In de nog onzichtbare gloed,
Van een zon die aanreist.

Er dwarrelen woorden, kleine zinnen,
Ze dansen op andere gedachten,
Als guirlandes rond  bomen,
Hun mix geeft je een nieuwe taal,
Die je tot een poëet zou kunnen maken.

Blijf nog even zachte morgen,
Vlucht niet voor de aanstormende dag,
Die nog niets toonde van zijn bedoelingen,
En laat me rondwaren in je zachte sferen,
Die mijn woorden fraai polijsten.

 Leon, Marseille febr. 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten