De stad kwam op 21 augustus 1944 in
opstand tegen de Duitse bezetter na een oproep op 19 augustus voor een staking.
Commandant Vauban van de FFI (Verzet) ging er met een kleine 1000 mannen
tegenaan en werd gesteund door een gedeelte van de bevolking. Er komen
barricades en er hangen overal FFI-pamfletten in de stad. De vijand wordt
belaagd met simpele revolvers kaliber 6.35 door overal op Duitse
patrouilles te
schieten. Men krijgt zelfs de overgave van een regionale prefect voor elkaar en
bezet zelfs nog zijn gebouw! Gek genoeg verontrust dit de … geallieerden, die
al dicht bij zijn in Gemenos. De Franse generaals de Montsabert en De Lattre
maken ruzie: de eerste wil meteen de stad in om
op het verzet aan te sluiten en
de tweede is wat al te bang voor het “volkse pagaille”.
De landing in de Var was er op 15
augustus al en verraste het zuiden. Dat dacht vergeten te worden nu de
landingen in Normandië er ook kwamen… Er
is al maanden weinig te eten in de stad en de moraal is negatief. Zeker na het
bloedige bombardement van 27 mei door de
amerikanen. Temeer omdat dat plaats vond op de dag van
“de broodstaking”
waardoor er veel mensen in de straten waren. Zoiets was, -op Warschau na-,
zelden vertoond in bezette steden: een grote schreeuwende menigte in de
overvolle straten… Dus werd er zelfs
gedacht dat de “alliés” (en niet enkel de Duitsers!) de volksopstand vreesden
en daarom ook bombardeerden! De Duitsers gingen over tot razzia’s en executies.
Generaal Schaeffer ontvlucht de stad en laat zijn mooie villa achter om heil te
zoeken in de falaises van Cap Janet tegenover de superbunker “Martha”. Hij
kreeg uit Berlijn opdracht de stad tot de laatste “cartouche” te verdedigen en
heeft daartoe 10.000 man en 5000 man Kriegsmarine voor de 50 kustbatterijen.
Die staan bij Notre Dame de la Garde en op de Prado. Het zal hem niet helpen
want op 28 augustus drinkt generaal De Montsabert zijn pastis op de Canebière,
zoals hij voorspeld had!
In de stad zijn er bij de herdenking
zo’n 50 “straatbrieven” op de grond te zien. Zwarte gespoten teksten die
herinneren aan die dagen van de bezetting. Dicht bij ons is er ook een:
het
vrouwenhuis tegenover ons was de verzamelplaats voor razziaslachtoffers die
vanaf Saint Charles met de treinen naar Duitsland vertrokken. Een andere is er
voor de Seaman’s Mission in de Rue Forbin: daar werden de Britse piloten
verstopt die boven Frankrijk waren afgesprongen omdat hun vliegtuigen crashten.
Diverse spreken over “fusillades” in de stad direct na arrestaties…
Marseille doet veel om zijn woelige geschiedenis tot leven te brengen. De expo van foto’s in het Alcazar van de honderden artiesten, geleerden en politici die via Marseille trachtten weg te komen voor de aankomende Duitsers, laat ook grote namen zien van bekende uit heel Europa. De Barones Pastré uit Marseille liet vele van hen in haar landgoed wonen en nogal wat kunstwerkjes en teksten die daar werden geschapen worden nu geëxposeerd. Ook vinden we er de foto’s en verhalen van de Amerikaanse diplomaat Fry die een belangrijk netwerk voor de vlucht naar allerlei landen via Spanje “draaide” in Marseille. Hij wordt als een echte held gevierd en kreeg ook uit Israël veel lof. Want een groot deel van de vluchtende waren uiteraard joods. De historie van de bevrijding van Marseille is dus ook echt Marseillaans van karakter: haar rebelse reputatie deed vriend en vijand rillen en dat bleek nu weer eens ook een “dubbel nadeel”…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten