SMOELBOEK EN KWETTER: WAT
MOETEN WIJ ER MEE?
kijk uit de hoge mast |
etiketten |
Desondanks (of dank zij?) die
“slechte jeugd” bleef de wereld doordraaien. En zelden hoor je de vraag: “Wie heeft die foute jeugd dan wel (niet?)
opgevoed”? Eigenlijk zou dát ons eerder aan
het denken moeten zetten, en niet wat “die jeugd nú weer doet”!
Ik ben van de generatie met “die
foute muziek en dans”: rock and roll en zo. Ook van die van de “sexuele
revolutie”, maar nog net niet van die van de drugs. Wij jongere stapten in de 60-er
jaren, hup, ook zo in het allerlaatste nieuwe. Ondanks die ferme hersenspoeling
door “het Rijke Roomse Leven”, dat wij zagen wegkwijnen. En wij hoorden zonder
veel medelijden ook die laatste zuchten van die “zo rijke” geloofsbeleving.
Wij deugden dus ook van geen
kant, in die jaren van die coming-booming welvaart. Waarin ook onze ouders iets
meemaakten, wat nooit eerder was vertoond. Namelijk: “Bomen die tot in de hemel
groeiden”! Achteraf is de vraag, meer wie nou eigenlijk het zwaarst uit de
bocht vloog: wij de jeugd of onze opvoeders? Nu met die massa-ww, -vooral voor
jeugdige-, is alle dolle pret over en spreken we over “verloren generaties”.
Maar ook over schandelijk gedrag op Faceboek, Twitter, You Tube “and what have
we”, over “coma-zuipen” en straat-vandalisme.
En natuurlijk over K-marokkanen, ook al zo’n fout opvoedingsproduct.
stout zijn versie Facebook |
U ziet het: meteen begint de “aloude”
discussie weer. “L’histoire se repète”, en zelfs in de tijd van WEB 2.0. Foei
dus, die jeugd van vandaag met hun maffe sociale media, hun smartphones, al die
apps en hun dwaze communicatie-tics.
Those
good old times of our youth
Vroeger
rookte ik met vriendjes stiekem in een bosje. En we werden hardstikke ziek, omdat
het pakje “leeg moest worden gerookt”! Stel je voor dat je ouders het zouden vinden!
En wie deed er niet ooit iets “flinks”, in het bijzijn van zijn kameraden om
hun vriendschap te behouden of “bewondering” te oogsten? In een oude
steenfabriek tegenover ons huis, veroorzaakten we zo een echt ongeluk. Met een
wagonnetje dat over een rails liep om klei te transporteren. We kropen erin en
lieten het de helling afracen. Er zat geen rem op wat sommige van ons, echt niet goed bekwam.
Het ziekenhuis moest ons oplappen en onze ouders waren ziedend. En dan die leuke
stiekeme afspraakjes met eerste vriendinnetjes, die zeker mijn zussen niet
mochten te weten komen. Kortom allemaal “normale dingen in een jeugdig leven”,
zou elke pedagoog zeggen. Maar nu vinden wij natuurlijk, op onze beurt, dat het
déze keer héél anders en pas écht zorgelijk verloopt! Lees maar verder!
hangplek in wording |
Wat aan
de borreltafel wordt gezegd is meestal niks gunstig voor “onze” jeugd. Die de
hele dag aan beeldschermen en smartphones hangen, overal en dag en nacht
“twitteren, chatten, chillen SMS-sen” en wat niet al meer. In een afgrijselijke
eigen taaltje vol met toetserige afkortingen. Ze zijn niet meer te snappen en
hun opvoeders verliezen elke greep op hen.
Is dat nou
echt zo? Is het nu echt “helemaal anders” en “verontrustender dan ooit”?
Hoor wat
de amerikaanse pedagoge Danah Boyd in een boek: “The social lives of networked
teens” aan de opvoeders te zeggen heeft. Ze volgt in haar betoog “gewone vertrouwde
pedagogische principes”, al zet ze die wel even in een “internet-smartphone”
verfje! Wat het volgende oplevert.
“Die sociale sites, dat zijn
dé moderne ontmoetingsplaatsen”. Boyd
noemt het de “moderne publieke ruimte”,
waarin jongeren “oefenen”. Vooral met hun vrienden: via Instagram, Snapchat,
Twitter, etc. . Maar dat doen ze vooral als gevolg van veel beperkingen! Zeker in
de VS, waar de scholen vaak ver weg zijn van huis en waar soms ook geen geld is
om elders andere te ontmoeten. Ook is hen vaak het bezoek (zonder ouders) van
winkelcentra verboden: te gevaarlijk! Die toenemende algemene angst voor
“buitenshuis” en voor “het onbekende”, vergroot dus hun eenzaamheid. En daarop
bleken de moderne media HET antwoord.
Vooral via die contacten worden zij nu volwassen. In de intimiteit van hun
mobieltje en hun PC of tablet, kunnen ze veilig onderling communiceren. Ze houden
meestal ook niet van contacten met vreemden: jongeren willen vooral contact met
hun vrienden en met hen praten over alles wat hun beroert. En ook liefst afgeschermd van de ouders.
Diana Boyd |
Wat hun
ouders, vaak ten onrechte, bezorgd maakt. Ook omdat zij vaak weinig idee hebben
van “al die nieuwe maniertjes”. Wat vervolgens veel conflicten en misverstanden
oplevert.
Dit
lijkt onze pedagoge Boyd “hét probleem
van de jeugd in deze moderne, voortrazende tijd. Die overigens vooral via de generatie van de ouders tot stand
kwam… Dat komt ons allen bekend voor…. Mogelijk
zat de “moderniteit” in onze jonge dagen, meer in de muziek, de dans en het
spelen in bosjes en buurten, en in die eigen “hoekjes en hutjes”? Die nu
hangplekken heten en verboden worden?
Boyd’s raadgevingen
aan opvoeders van nu.
Boyd
komt tot nogal basale raadgevingen; die ons best bekend voorkomen.
1.Beste
opvoeders blijf kalm. De neiging bestaat vooral om te controleren en veel te verbieden. Wat het onderlinge vertrouwen niet
bevordert. Want: kids vinden dan die “andere stiekeme” manieren best wel. Vooral
via het net en hun mobieltje. Waarmee
ouders vaak niet echt vertrouwd zijn. “Praat
dus vooral open met de kids” én probeer ook om hen heen “ook andere ouderen te mobiliseren”. Waaraan
ze een eerste vraag kunnen stellen. Vroeger waren dat nogal eens tantes en ooms
en grootouders of “die jongere buren”. Dat komt mij inderdaad bekend voor!
2.Het privéleven
is helemaal niét verdwenen, in tegendeel.
Wel nee
dus, in tegendeel: jongere zijn zelfs geobsedeerd
door hun privéleven. En willen daarover persé
de controle houden. Ook zij willen zich kunnen ontwikkelen “zonder die
ouders in hun nek”. Daarom kennen zij zo precies al die trucjes van de social sites, om zaken af te schermen. Daarom nemen
ze ook “andere, valse identiteiten en pseudo’s aan..”.
Als hun
ouders ook hun “vrienden worden” op Facebook of hen op “Twitter gaan volgen”,
stappen ze meteen over op ander medium. Met je ouders “meeluisterend om je heen”;
wel dat is natuurlijk niks “cool”! Die wilden ook wij vroeger ook liever niet
op onze hangplaatsen zien toch?
Internetbobo’s,
begrijpen de jeugd heel goed!
Dus daarom
werd dat Snapchat zo snel populair! Want daarop kun je foto’s “zetten”, die
maar enkele seconden zichtbaar blijven. Zo voorkomt de jeugd dat die foto’s
later ooit “tegen hen kunnen worden gebruikt!”. Dus dat “alles zo maar tonen op
dat Internet”, doen veel jongere al lang niet meer. Dat doen eerder de volwassenen en ook op “hun” internet!
Dat “like-en”, doet hun ook echt goed. Het is
iets waardoor de jongere zich belangrijker gaat voelen. Ook hij/zij zoekt naar bevestiging
van wat ze “denken en willen” en nu dus via het net. Die like’s etc., zijn
vooral tekenen van attentie van anderen,
die hun gerust stellen. Het ligt in het vlak van een simpel compliment of een
“duimpje omhoog”. Hoe eenzamer kids zich
voelen hoe meer ze “like’s” op prijs gaan stellen. Want dat vervangt een
“hug” of die kleine liefkozing thuis.. “Liken” is dus hun manier van erkenning krijgen of van die aan vriendjes te geven. Snapchat werd zo’n mega-succes, omdat
het exact voldoet aan die behoefte aan attentie. Dat nieuwe trucje (na enkele seconden verdwijnt de foto én je moet ook op het scherm blijven
“drukken”, om die te kunnen blijven bekijken), werd een succes. Snapchat deed
iets “tegen dat rondzwemmen van die
duizenden foto’s” etc.! Wat Instagram, dat eerst zeer populair was, nu nog
heeft.
een snapchatje |
En Boyd
vervolgt met: Die selfies komen ook niet
van narcisten.
Selfies,
foto’s nemen van jezelf, dat is ook echt niks nieuws? Vele kunstenaars en
anderen deden dat al lang vóór het internet, via hun zelfportretten. Men wil simpelweg
een moment “vieren” en het (was en is) een
zelfbevestiging in de “eigen wereld”. Het kunnen retoucheren van een
“selfie”, was daarom ook hét grote succes van Instagram. En is nu exit: het is
nu Photoshop dus… Met die smartphones met apps erop, kun je “alles aanpassen naar wens”. En zo hoef
je voor de nuances ook geen tekst meer
te gebruiken!
Dus Boyd concludeert: Jongeren zijn internetters, net als de anderen.
Die
jongeren zijn gewoon net als de volwassenen. En die jongeren van nu moeten hun
identiteit opbouwen onder veel meer
beperkingen. Internet is hún manier om die weg te nemen. Zo onderscheiden
ze zich ook van de volwassenen en nemen ze ook “afstand van autoriteit etc.” wat bij opgroeien hoort. Net als vele
volwassenen dat gewoon ook deden en doen…
Wat leren
we van deze chat van Boyd?
Wel op de eerste plaats, dat de jeugd ook nu doet, wat ze altijd deed.
Nu gebeurt dat in die andere vorm: en natuurlijk
met de middelen van deze tijd. Die vele ouderen niet goed kennen, waardoor
ze “extra-ongerust” worden. Wat dus niets met “een heel andere jeugd” van doen
heeft. Maar alles met een door de
volwassenen zelf veranderde wereld! Ouderen zien dus eigenlijk niet hún
probleem, maar “projecteren dat wel op hun
kids!”
Ze geeft een aardige schets
van “hoe technologie helpt om beter en
modern te kunnen leven”. Maar ook van “hoe
technologie ons gedrag grondig doet veranderen”. Niks nieuws dus onder zon,
maar wel die verrekte vreemde “apparaten met al die trucjes”. Die jongeren
altijd en meteen benutten, om vrij te kunnen opgroeien, mét en ondánks hun
zorgzame ouders.
Opgroeien werd zo ook uitvinden “hoe technologie helpt om beter
modern te kunnen leven” en demonstreert ook “ hoe technologie ons gedrag doet veranderen”.
Ook niks nieuws onder zon, enkel die verrekte vreemde “apparaten en al die
trucjes”. Die jongeren altijd al prima uitkwamen om te kunnen opgroeien “ondanks”
hun zorgzame ouders. Omdat opgroeien vooral is: “op eigen benen gaan staan”. In een ándere wereld dan die waarin de ouders opgroeiden. Opdoen ook van ervaring
“die nog zeer beperkt bestaat” en die
je dus vooral zelf moet ontdekken. Dus: hoezo, lastige losgeslagen jeugd?
De tragiek van de opvolgende generaties
Wij ouderen werkten een leven
lang, “aan de verandering van de wereld”.
En beseften te weinig, dat onze kids “daarin geboren werden”. Wij zetten veelal
die veranderingen aan, die de kids dus als “gewoon
en altijd bestaand” zien. Zij gaan er dus easy en niet-gefrustreerd mee om
en “versnellen zo die ontwikkeling zelfs nog
meer”.
En als die jeugd dan ook nog
jong al beschikt over “veel koopkracht”,
wordt ze natuurlijk ook meteen tot “dé markt voor de commerciële volwassenen”. Voor
hen die vooral “profit willen scoren”. Wat de hele zaak in “een volgende versnelling” doet belanden..
-Alles wat onze beter opgeleide generatie neerzette, in
wetenschap en technologie, -zie computers, internet/communicatie, ruimtevaart,
internationale handel, etc. -, treft de jeugd als “gewone alledaagse werkelijkheid aan”. Die wereld “zetten wij voor hen neer” en het is maar
goed dat die energieke jeugd “daar volop
in duikt”, toch? Zo was het toch ook bedoeld?
5 generaties? |
-Als “ze er dan volop mee van door branden” moeten we toch niet
schrikken? Dat getuigt niet van diep
nadenken over “onze eigen keuzes en
aanzetten voor morgen”. Elke generatie denkt dat moet blijven wat zij goed
achtte, zonder in te zien dat “zij zelf
hele tsunamis opriepen aan verandering”! En dus vooral zelf de éigen
vervreemding van “die dolle wereld van
vandaag” veroorzaakten!
Dit gaat wat verder dan
expert Boyd opschreef: ouders schiepen zelf die wereld waar hun kids in moeten
leven. En natuurlijk een betere dan die uit hún jeugd! Maar generaties lijken niet
te beseffen of te voorzien, dat zij “de
veranderingen zelf zaaiden en dat die vielen in beter dan ooit voorbereide
akkers”.
Daarin schuilt enige tragiek: we herkennen onze eigen
schepping niet, die onze kids meteen begrijpen om er vervolgens “met
top-energie en jeugdige overmoed” in hoog tempo mee aan de haal te gaan.
Waarbij niet zelden ook de “kleine onvolkomenheden en het onvoorzienbare” worden
ontdekt.
“Weer niks nieuws onder de
zon” dus. Niet wat de jeugd betreft en niet wat hun ouders aangaat. Aan deze
zich steeds herhalende loop van generatie na generatie kan niemand ontsnappen.
Het lijkt er op, dat de jeugd die wij opvoedden, ons doet ontdekken
wat wij zelf, bewust of onbewust, in en aan de wereld veranderden.
Dus ga maar snel zelf op “smoelboek en kwetter”! Het is goed voor u
en u snapt uw self-made world ook beter.
Maar,
het kennen van de stamboom
van het universum is nuttig. Want het maakt belevenissen wat relatiever… Als het laatste idee over die
gravitatiekrachten wordt bewezen einde 2014, dan is de volgende levenslijn dus juist:
Big Bang ruis... |
oer-stamboom |
Langer duurt het, -wel 1
miljard jaar zegt men-, tot de eerste sterren en de galaxies ontstaan. En nu zo’n
4,5 miljard jaren geleden: ziedaar dan eindelijk de aarde! Weer 10,3 miljard
jaren later weten WIJ dat ons leven ontstond en dat het heelal nog verder uit
blijft dijen..
Eigenlijk is dit verhaal voor
ons nauwelijks te bevatten. Die superspeeds, die razendsnelle “verdunning” van
het heelal, die maar steeds doorgaat. En dan nog die “heelalsoep” die ook maar
steeds kouder werd…
Planck zoekt... |
In november 2014 zullen we de
volgende wijsheden horen van die ruimtespion die Planck heet.. Of we de enige
zijn die dit alles weten, of dat er nog meer zijn: dat laatste is best waarschijnlijk.
Maar niemand weet het zeker… Dus wie weet bestaat ook de nieuwe Einstein, maar
dan elders?
Peins hier eens over zittend
in die rijpe zonnestralen en in afwachting van nog meer zwoele warmte. Het zal u
goed doen.
my place |
Dus weer veel mooie
zonne-uurtjes toegewenst, waar u ook mag zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten