Totaal aantal pageviews

woensdag 15 januari 2014

WAT IS HET VADERLAND NOG WAARD?



Het vaderland en wij
“Het vaderland getrouwe, blijf ik tot in den dood”, zingen we nog steeds en ik nog maar een  enkele keer, op heel plechtige dagen. En nu schrijft iemand: “Eigenlijk zijn wij op vandaag allemaal expats geworden”! Wat toch heel anders klinkt…
Ik ben bijna 20 jaar expat in Frankrijk en heb Limburgse wortels. Waardoor ik “het buitenland”, -in mijn jeugd België en Duitsland-, altijd al heel dichtbij wist. De grenzen lagen voor ons op 10 resp. 30 kilometer. We gingen daar gewoon heen op de fiets. Later woonde ik nog in het mooie Limburgse dorpje Jabeek. Waar onze tuin aan Duitsland grensde en 100 meter van onze boerderij was een slagboom met een douanepost. Wij maakten daar mee dat de Selfkant werd teruggegeven aan Duitsland. Die stond daarom, -al dagen voor de teruggave-, boordevol met beladen vrachtauto’s. Die zo van land verhuisden om 24.00 uur, en zonder enig administratief gedoe.
Het “vaderland” was voor ons eigenlijk vooral dat, dus die regio waar echte grenzen gevoelsmatig niet bestonden. Na vertrek uit de regio ervoer ik steeds sterker, dat ik me meer “regionaal verwant voelde” dan “hollands nationaal verbonden”. Immers, met wat historische pech (óf geluk?) had ik evengoed Belgisch of Duits kunnen zijn!
Toch woonde, werkte en genoot ik, -vanaf mijn 18 tot mijn 38e--, elders in Nederland buiten het Limburgse. Vervolgens, -van mijn 53e tot mijn 72e- ,- werd het Frankrijk. Zo ben ik officieel nu al 39 jaar van mijn leven (=bijna 60%) expat. En naar mijn gevoel eigenlijk al vanaf mijn 18e. (=75%).  Vaker zei ik spottend, dat ik eigenlijk “een soort van zigeuner” (tsigane) was. Met mijn totaal van meer dan 30 verhuizingen kwam ik ook best aardig in die richting. Het Nederlands gemiddelde was ooit volgens het CBS iets van 11 keer en Frankrijk kwam niet hoger toen dan 4 of 5 herinner ik me. Dat herinnert me eraan dat men enkele eeuwen gelden de Nederlanders ook wel “de chinezen van Europa” noemde! Tijdens de bijna 20 jaar in Frankrijk, verhuisden we ook al zeven keer, waarvan een drietal keren vanwege te laat opgeleverd Onroerend Goed!
Mogelijk ben ik dus vanwege dit verleden eigenlijk een geboren expat. Dus ook langer dan andere Nederlanders in Frankrijk. Al kwam ik hier ook twee vrijwel gelijke gevallen tegen.

De mondialisering: landen en vaderlanden
Wat doet die sterk veranderende wereld nu met ons allen? De mondialisering leidde er geleidelijk toe, dat er een zekere “universele beschaving” ontstond. Een groeiend deel van de wereld kreeg meer en meer, gelijke trekken. Een flauw puntje als illustratie: sinds een jaar of 15 krijg je in de Franse winkel bijna alles aan Nederlandse producten en… ook omgekeerd! Behalve dan de folklore van de oranjebitter, de bitterbal en de boerenkool en de Limburgse (of Belgische?) rommedou. Een zeer geurig kaasje dat mijn franse buren in Mormoiron uiterst achterdochtig maakte.
In Frankrijk verdwijnt nu ruim 15% van de jeugdigen naar het buitenland. En zelfs 75% (!) zegt daarover na te denken. Dat is voor dit land een ware revolutie. Eerder waren een paar jaartjes Quebec (Canada), hier nog het maximum en dat maar voor een enkeling. Uit Z-Europa vertrekken nu honderdduizenden jongeren naar het noorden, vooral naar Duitsland. Maar ook, -zie de Portugezen, naar Angola. En hoeveel mensen om diverse redenen in de hele verdere wereld hun boeltje pakken weten we wel. De migratie is wereldwijd jaarlijks meer dan honderd miljoen. Dat mengt aardig wat mensen, culturen en eigenaardigheden. Westerse landen hebben nu ca 10% in het buitenland geboren inwoners. Begin je enkele eeuwen terug met die telling, dan kom je gemakkelijk op tientallen procenten! Ooit waren wij mensen allemaal rondtrekkende groepen; tot we de landbouw ontdekten.

Natuurlijk moet je letten op de motivaties achter die vertrekkende. Dat is nu in vele Europese landen vooral de hoge WW. Maar er zijn er ook nogal wat, die gewoon snel fortuin willen maken. Bij voorkeur in liberale landen, waar dat “zeer gezien en positief” is. Daarnaast zijn er,- als altijd-, de “avonturiers”, die het intussen veel gemakkelijker kregen.
Helaas zijn op vandaag zijn de motivaties voor de meeste, van een heel ander soort: armoede, oorlog en gebrek aan perspectief “thuis”. Heel anders dus dan die honderdduizenden grijze westerse hoofden, die met een mooi pensioen naar de zon vertrokken.   

Wij: de kinderen van de mondialisering 
We zijn dus eigenlijk allemaal “kinderen geworden van de mondialisering”. In de zeer open en doorzichtige wereld. Zeker voor jongeren met betere educatie en hun moderne transport- communicatiemiddelen. Zo’n 2/3 van de mensheid heeft internet en er zijn meer dan 6 miljard mobieltjes op een wereld van ruim 7 miljard. 
In de VS c.s., Azië en ook elders, zien vele de mooie, lokkende, materiële kanten van het westen. Steeds meer landen werden een deel van deze “moderne bijna-wereld-beschaving”. Op steeds meer plekken “lijkt het nogal op thuis”. Enkel  het wennen aan een andere mentaliteit of levensvisie (en soms een lastige taal), zijn wat taaiere punten.

Vroeger was het “vaderland, -of het land nu groot of klein was-, dat wat je “de micro-wereld” kunt noemen; die echte, reële wereld van alledag. Steeds meer ontstond, -mede door die “universele wereld-waarden die uit de Verlichting stammen-, ook “een nieuwe wijde wereld voor bijna de hele mensheid” als een idee. Deze  werd voor vele “tot een soort van ideaal”, en zelfs tot een noodzakelijke horizon, om zich waarlijk geëmancipeerd te voelen.
Deze hielp ook om die territoriale waarden inclusief de etnische en religieuze, -die ons vanaf de geboorte wat in perkten-, beter te kunnen loslaten. Het ontstaan van de Europese samenwerking, tot aan de EU en eurozone, is er een, nu wat dramatisch, voorbeeld van.
Tegenwoordig zien we, vooral “in de bovenlagen”, dat vele mensen in die nieuwe wereld een soort algemene, universele beschaving ontdekken. Die sterk bepaald is door de moderne,  praktische, realistische manier van denken. Dit wordt nu vaker de echte wereld van alle dag. We laten dus onze wortels steeds vaker los. En extra daartoe verleidt door die grenzeloze technologische wonderwereld.

Werkelijkheid en ideaal, en de grote omkering
Zo neigen we er steeds sterker naar, om die nieuwe wereld tot ons idee/ideaal te maken. Daarmee vervagen “onze grotere als kleinere vaderlanden” en zelfs de naties, onder die krachtige, nieuwe mondiale aanstormende orde.  
Vele in het westen en elders zien de mondialisering als “een onomkeerbare breuk”. Een grote omwenteling;  en zelfs als “een afscheid”. Dat volgens hen gepaard gaat met een  crisis binnen de verouderende sociale verhoudingen. Sommige spreken dan zelfs van ”het einde van de traditionele gemeenschappen”.
Maar er zijn andere die het omgekeerde beweren. Zij spreken graag over “het einde van de mondialisering” en het  “terug komen van de staten en de naties”. Dat lijkt controversieel, maar mogelijk hebben beide gelijk.
De ontwikkeling toont ons dat de mondialisering vaak de condities schept voor een meer democratische ontwikkeling. Essentieel voor een echte emancipatie van het individu.
De prijs daarvoor is ook “meer uniformiteit in de culturen”. En zo worden tegelijk daarmee, de locale eigenheden en de etnische en de religieuze aspecten, met de daarbij horende grenzen, nu meer tot het na te streven ideaal. Dat nodig blijft, om het individu te beschermen tegen een teveel aan normalisatie. Dit kan helaas leiden tot intolerantie en een zekere terugval.

Dus voor de nieuwe mens moet het “bijzondere en eigene en nieuwe ideale”, nú dus voortkomen “uit het denken vanuit het universele. Terwijl vroeger, omgekeerd, “het universele” moest worden bedacht “vanuit dat alledaagse en lokale eigene”. Een ware omkering dus.
In die zin zijn we dus tegelijk “modern en anti-modern” en ook tegelijk “patriotten en expats”.
Want zeg nu zelf: dat vaderland dat zit nu diep ergens in ons achterhoofd, in ons denken en onze gedachten. Ook al denken sommige nog dat we het vaderland vooral voelen onder onze voetzolen

De wereld gaat verder, maar ook vooruit?
Dus denk ik: de mensheid gaat wél degelijk vooruit, we komen in veel wél dichter bij elkaar, maar er blijven grote tegenstellingen en conflicten. Zoals “de islamitische landen versus de westerse”. Terwijl zeer duidelijk is dat Saoudi-Arabië en de Emiraten tot grootste fans van de westerse leefwijze behoren. Maar tegelijk hun oude religie, en dat wahabitisme, sterker dan ooit benadrukken als “hun eigenheid”.
Zie ook hoe men in Tunesië nu de gelijkheid van man en vrouw in de grondwet wil én de islam niét wil als “bron van het recht”. Tegen de grote oppositiepartij Ennadah in! Als dit geen westerse (universele?) trekjes zijn weet ik het ook niet meer. Tegelijk vecht men in Egypte, bij de buren, daarover nú op straat en nogal bloedig ook.
Die Arabische (internet)revoluties maakten zeer veel los. Ook zij zijn wegbereiders te noemen van die “nieuwe gemondialiseerde wereld”. Zie nu ook de Turkse crisis, waarbij de religieuze koers van het land en zijn premier zwaar onder druk komen. Erdogan boet voor zijn té conservatief-religieuze koers, al zitten er ook zeker megalomane en criminele aspecten bij.
Je kunt dus zeggen dat die vlucht in het religieuze en die enorme spanning tussen de soennieten en de sjiieten (die in vele opzichten het westerse model nastreven),  een symptoom zijn van wat hierboven werd beschreven.

Het nieuwe grotere geheel en wij
De boodschap hieruit is: we worden merkbaar steeds meer een deel van een grotere gelijke wereld. Maar, we moeten tegelijk, -om unieke mensen te kunnen blijven-, onze eigenheden ook benadrukken. Want geen mens wil verdrinken in een te grote, grijze massa.
Is dit niet ook het essentiële van de evolutionaire wetten? Immers, de soorten in de natuur passen zich aan als de omstandigheden wijzigen, om te kunnen voortbestaan, te overleven dus.   
“Economische en culturele omstandigheden” beginnen steeds op de wereld op elkaar te lijken. Macdo, Coca-Cola, jeans, mobieltjes en straks I-watches, Google-glasses etc. ; we zien ze overal. En: “we all love it”!
Met veel moeite worden (westerse) muziek, films etc, hier en daar geweerd (ook in China). Maar het Internet zet nu alles vanuit elke hoek van de wereld op je smartphone. Ook als je een hoofddoek of djellaba draagt..
Tegelijk willen we ook “voldoende eigenheid behouden”. Dat deden we vroeger via de natie en we werden nationalisten. Het diverse volk werd aaneen gesmeed, niet zelden met de karwats, tot één volk. Ook soms tegen een ander volk: dat ging het snelste. De religie speelde daar zeker ook mee. Dat Edict van Nantes wat de protestanten in het overkatholieke Frankrijk hun religieuze vrijheid moest geven, werd uitgevaardigd en dan weer ingetrokken… Daarom vluchtten tienduizenden Hugenoten naar protestant Nederland. Nederland kende die zeer lastige schoolstrijd. Ook dat was een echte religieuze ruzie toen; een strijd om behoud van het eigene! Catalonië en Baskenland willen autonoom worden, ook Schotland wil dat. Quebec ook al en zie België… Dat gaat ook over “dat laatste noodzakelijke eigene”!

Enkele westerse politieke partijen strijden nog volop voor dat versleten quasi-eigene , Ook omdat religies en hun organisaties, dat eigene niet meer geven. Want de kerken liepen leeg. Wie niet ziet dat de PVV daar vooral zijn boterham en succes mee verdient, net als het FN in Frankrijk en Gouden Dageraad in Griekenland, is  vrees ik, “écht te oud en te blind geworden voor de nieuwe wereld”.

Wat kan ik er mee?
Zo woon ik nu in Marseille, die grote stamppot van kleuren, religies en cultuurtjes. En vraag me af wat nu mijn “echte repères = mijn eigenheid” eigenlijk is. En kom, -naast de “universele waarden uit mijn joods-christelijke beschaving”-, wat mijn meer intieme eigenheden betreft, al gauw niet veel verder dan wat, ogenschijnlijk basaal lijkende dingen. Zoals: die gastvrijheid in mijn geboortestreek, de relatief ruime tolerantie en solidariteit, de gemoedelijkheid, de gezelligheid (ook in het café waar werd getoept = lokaal kaartspel), de mooie muziek van de harmonie (waarin ook mijn vader speelde; ik was bij hem in de repetitiezaal) , dat  carnaval met zijn feestelijke uitbundigheid en zeker ook onze talen en spreekwijzen (die mooie streek-dialecten).  Dat lijkt het zo ongeveer te zijn…
Is dat nu de ouderdom of ben ik een ver doorgeschoten kosmopoliet?  Zat dat oude oerinstinct van onze nomadische voorvaderen flink in mijn genen?
De simpelheid van de opsomming maakt me eigenlijk wat ongerust. Immers, als je niet voldoende eigenheid koestert en om je heen beleeft, dan wordt je immers bang en angstig? Zeggen de experts en ik zie weinig lacunes. Dus u begrijpt nu waarover ik me nú echt zorgen begin te maken         
   

Maar,
De zon is gelukkig een deel van ons aller vaderland! En wat andere vaderlanden betreft: astrofysici beweren dat het vinden van een planeet “met leven” slechts een kwestie is van nog een beetje geduld. Ik zou dat voor mijn 82 nog kunnen meemaken!
In 2018 zal Nasa de telescoop James Webb lanceren, die de vervanger zal zijn van de succesvolle “Hubble”. De spectro-fotometer daarin moet exoplaneten met “levensgassen” kunnen ontdekken. Tenzij… “buitenaardse ons voor dat moment vinden” en wij ze dus zó gaan leren kennen. Of zouden ze ons al lang hebben “bespeurd”?  
Zo ja: stelt u zich dan de enorme consternatie voor op ons aardbolletje als het blijkt! Bij ons, die uit de kwantummechanica kunnen weten, dat er zeer waarschijnlijk nog vele planeten zullen zijn met enige vorm van leven er op. Simpel óf intelligent. Mogelijk vinden we dat niet in ons universum, maar in een van de vele andere die er zijn. In het “multiversum”, want we weten dat er miljarden maal miljarden universums bestaan. Elk met hun eigen histories!
In sommigen bestaat onze aarde zelfs helemaal niet. In andere wel maar veel primitiever en jonger dan wij haar kennen. En mogelijk ook zonder leven er op! Elders kan het leven “zijn overgesprongen op andere” of van andere. Bijna alles kan op dit punt. Mogelijk is er een universum waarin Mars bewoond is en waarin de aarde wordt bespioneerd met “Curiosity”. Gelukkig: er zijn ook fysici die niet in het bestaan van die universums geloven. Want ze zijn enkel nog “conclusies uit complexe wiskundige vergelijkingen”, zeggen ze afwerend. En ze zeggen ook: Het is onbekend of je van het ene naar het andere universum kunt gaan….
Hoe dan ook de zon en wij, gaan nog gekke ervaringen opdoen. Beter gezegd de zon weet al van ervaringen die wij niet kennen. En kijkt dus naar ons met enig mededogen. Zij weet mogelijk ook van exoplaneten die twee zonnen hebben. Waarop er dus een zeer korte nacht bestaat. Omdat die twee zonnen beide niet of niet tegelijk, hetzelfde stukje exo-planeet beschijnen. Om  later op de dag de temperatuur wel dubbel-hoog op te jagen… 
Dus nog voordat wij op onze aardkloot het een beetje met elkaar eens zijn, komt er al weer een totaal andere werkelijkheid in zicht. Onze aanpassings-potentie wordt alweer uitgedaagd en mogelijk sterker dan ooit tevoren. Wie weet gaat ons dat meer dan ooit tevoren kon helpen, om het maar gauw beter en sneller met elkaar eens te worden..

Dus spoedt u in de stralen van onze enige zon, die net in haar winterstand kwam. En pik zo wat warmte en straling mee. In het besef dat de zomer al weer nadert. Mijmer ook wat over dat bonte multiversum dat zich langzaam aan ons toont en zie onze armzalige pogingen om het onderling wat beter eens te worden. En vergeet zeker niet “om uw echte eigenheden, uw echte roots” te inventariseren. En ze aan een grondige revisie te onderwerpen...

We wensen u weer veel zonnige momenten toe in fraai weertje!

17 januari  2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten